Praatplaat en lokale netwerkkaart

voor huisartsen, school- of jeugdartsen

Interventie idee Hardenberg

Bij wie of waar kan (vroeg)signalering plaatsvinden? En hoe kan eventuele ‘handelingsverlegenheid’ omgevormd worden tot ‘handelingsbekwaamheid’?

Interventie Hardenberg

Situatie:

Het netwerk van een jongere kan een belangrijke rol spelen in de preventie van dak- en thuisloosheid. Maar, niet iedereen weet (welke) signalen op te vangen als het niet goed gaat of hoe in te grijpen wanneer zo’n situatie zich voordoet.


Handelingsverlegenheid
(Vroeg)preventie
Lokaal netwerk
Vertrouwenspersonen
Gesprekstool
Huisarts, school- of jeugdarts

Inzichten vooronderzoek:

  • Handelingsverlegenheid is een (deels) cultuurgebonden mentaliteit of houding.

  • Signalen van dak- en of thuisloosheid zijn niet altijd evident. Dit maakt onder meer dat mensen twijfelen over het wel of niet ingrijpen in een situatie.

  • Vertrouwenspersonen of -contexten zijn potentiële figuren of plekken voor (vroeg)signalering.

  • Ontwerpvraag interventie: hoe kunnen we vertrouwenspersonen ondersteunen in het (vroeg)signaleren?

Hoe kunnen we vertrouwenspersonen ondersteunen in het (vroeg)signaleren?

Ontwerpsessies:

Aan 2 jongeren (met dak- en/of thuisloze ervaring), 2 sociaal werkers, 1 GGD medewerker (team zwerfjongeren) legden we de casus en drie conceptschetsen voor. Samen brainstormden we over oplossingsrichtingen.
Inzichten:
  • Aan dak- en/of thuisloosheid gaan (vrijwel) altijd andere ‘problemen’ vooraf.

  • Het signaleren van problemen is al een opgave, maar iets doen of ingrijpen (in je eigen of andermans situatie) wordt vaak beleefd als grote drempel.

  • Jongeren die (dreigend) dak- en/of thuisloos raken, hebben vaak geen inzicht en overzicht van wat er mogelijk is om uit de problematiek te komen. Bezig zijn met ‘overleven’ is op dat moment prioriteit en kost al veel energie en bezorgt veel stress. Jongeren geven aan geholpen te zijn als er iemand met hen meedenkt in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Helderheid en overzicht kan wel ontstaan, wanneer de jongere actief wordt betrokken in het proces.

  • In het zorg- en hulpaanbod wordt onderscheid gemaakt tussen jongeren die 18+ of 18- zijn.

  • In het netwerk van zorg- en hulpverleners (zowel formeel als informeel) is de wil om elkaar beter te leren kennen er wel, maar er is simpelweg weinig tot geen tijd voor.

Kansen en ideeën: 
  • Het zou niet erg moeten zijn om een hulpvraag te hebben. Mensen met een hulpvraag zouden gestimuleerd moeten worden om deze te stellen.

  • Idealiter komt de hulpvraag aan het licht en wordt deze behandeld wanneer problematiek nog niet ver gevorderd is.

  • Een overzichtelijke tool voor inventarisatie van de thuissituatie en (oplossings)opties bestaat nog niet.

  • Vertrouwenspersonen of -contexten zijn potentiële figuren of plekken voor (vroeg)signalering.

  • Een voorbeeld van een potentiële (vroeg)signaleringsplek is (de middelbare) school. Op school vangen leerlingen vaak (onbewust) eerste signalen bij elkaar op. Maar hierover praten of hulp vragen en aanbieden is niet altijd makkelijk. Soms wordt ‘thuis(loosheid)’ ervaren als een taboe onderwerp. Daarnaast zijn er veel ‘regeldingen’, zoals: inschrijven voor sociale huur, wie de school maatschappelijk werker is en wat die doet, zorgverzekering afsluiten en hoe dat werkt, etcetera niet altijd bekend bij jongeren. Er worden al programma’s aangeboden op scholen om leerlingen (en docenten) hierbij te helpen.

  • De huisarts, school- of jeugdarts zou een geschikte potentiële (vroeg)signaleerder en doorverwijzer zijn. De huisarts, school- of jeugdarts is een vertrouwenspersoon en beschikt over een groot netwerk van zorg- en hulpverleners.

  • Informele hulp- en zorgverlening kan de formele hulp- en zorgverlening bijstaan. Door de druk op de formele hulp- en zorgverlening (denk aan: wachtlijsten) duurt het soms erg lang, voordat een jongere hier terecht kan. In een netwerkkaart zullen dus ook informele opties moeten worden opgenomen.

  • De meeste potentie werd gezien in het ontwerpen van een gesprekstool voor vertrouwenspersonen (en in het speciaal, de huisarts). Met de gesprekstool inventariseer je de thuissituatie en kom je uit op mogelijke oplossingsopties.

Conceptschetsen:

Lespakket
Gesprekstool
Netwerk speeddates

“Je raakt het overzicht kwijt of hebt het overzicht helemaal niet eens. Mensen doen van alles, maar je snapt niet wat het betekend.”

— jongere die thuisloos is

“Bij dak- en thuisloosheid speelt er bijna altijd meer dan financiële problematiek.”

— sociaal werker

Van idee naar concept: gesprekstool en lokale netwerkkaart voor huisartsen, school- of jeugdartsen in Hardenberg

  1. Gespreksboom

2. Lokale netwerkkaart

3. Begeleidende informatie

Concept tool:

Deze tool is nog niet in gebruik. De concept tool is geïntroduceerd bij een lokale huisartsenvereniging. Vanuit een sociaal werk partner van deze huisartsenvereniging is bevestigd dat de problematiek rondom (vroeg)signalering van dak- en thuisloosheid speelt. De huisartsen daarentegen, herkennen de problematiek als zodanig niet in hun dagelijkse werkzaamheden. Dat wil niet zeggen dat deze problematiek er niet is; eerder dat deze niet regelmatig voorkomt (in deze specifieke regio) of aan de orde komt in een huisartsconsult. Mogelijk komt een school- of jeugdarts deze problematiek vaker tegen en is deze daardoor een betere aangewezen vertrouwenspersoon voor het gebruik van de tool.

Meedenken over de tool?

Ben of ken jij een school- of jeugdarts of andere potentiële (vroeg)signaleerder van dak- en thuisloosheid bij jongeren? Graag inventariseren we in hoeverre deze concept tool aansluit op de behoeften en hulpvraag van deze jongeren en in hoeverre de tool aansluit op en implementeerbaar is in de werkzaamheden van een school- of jeugdarts (en/of andere vroegsignaleerder). Wil jij hierover meedenken? Neem contact met ons op via de knop onderaan deze pagina!

Doel van de tool?

Vertrekpunt: combineren van 1) iemand die al vertrouwenspersoon is inzetten voor een gesprek over dak- en thuisloosheid, 2) opties voor hulp uitbreiden en (waar kan) lokaler faciliteren door het netwerk van de formele zorg en informele zorg op een gezamenlijke netwerkkaart te plotten, 3) creëren van overzicht voor jongeren door hen mee te nemen in stappen van triage en doorverwijzing, 4) stimuleren van samen de eerste stap zetten in het ondernemen van actie.

Voor wie?

De huisarts, school- of jeugdarts kan fungeren als signaleerder en doorverwijzer naar de juiste partij in het netwerk van ondersteuning en hulpverlening aan jongeren in een situatie van dak- en thuisloosheid. Dit is een vorm niet-medische zorg.

Hoe gebruik je het?

Deze hulplijn bestaat uit: een gespreksboom (triage), een netwerkkaart (doorverwijzing) en begeleidende informatie.

Gespreksboom: middels een vragenschema met inventarisatievragen en verdiepingsvragen, komt de huisarts, school- of jeugdarts in gesprek met de patiënt/jongere tot een situatieschets mbt 'dak- en/of thuisloosheid' in relatie tot de patiënt/jongere en de daarbijbehorende urgentie van de hulpvraag of hulpbehoefte. Deze situatieschets leidt tot een (niet medisch) hulp/zorg- en doorverwijzingsadvies.

Netwerkkaart: het hulp/zorg- en doorverwijzingsadvies uit de gespreksboom verwijst naar een- of meerdere schalen in de netwerkkaart. Deze netwerkkaart is een greep uit de sociale kaart van Hardenberg en omgeving, specifiek ingezoomd op de relevante schakels voor hulp- en zorg bij dak- en/of thuisloosheid. Een digitale versie zou door kunnen linken naar de websites van desbetreffende organisaties.

Gebruik:

  1. Signalen: vermoedt u signalen van dak- en/of thuisloosheid bij de patiënt/jongere? Gebruik dan de gespreksboom om deze aanname te onderzoeken.

  2. Gespreksboom: breng in gesprek met de patiënt/jongere de thuis- of leefsituatie in kaart en de daarbijbehorende hulpvragen of hulpbehoeften.

  3. Netwerkkaart: bespreek samen met de patiënt/jongere de opties. Tips:

    A. Probeer hulp zo dicht mogelijk bij het bestaande netwerk van de patiënt/jongere te vinden. Dit ter voorkoming van het (onnodig) doorsnijden van waardevolle banden in het sociale leven van de patiënt/jongere.

    B. Activeer de doorverwijzing door samen de eerste stap te zetten.